menu

Hier kun je zien welke berichten Animosh als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Badland (2013)

4,0
Een combo van Limbo en Flappy Bird.

Vooral met Limbo heeft Badland wat betreft stijl en gameplay veel gemeen. De stijl van Badland is een stuk kleurrijker en opgewekter dan die van Limbo, en het sounddesign is ontspannen (met vogeltjes die fluiten en het gefladder en gestuiter van het vliegwezen dat je bent) in plaats van duister. Maar net als bij Limbo is er sprake van een zwart hoofdpersonage tegen een lichtere achtergrond – een minimalistische maar effectieve stijl die mij erg aanspreekt. En de gameplay verschilt weliswaar aanzienlijk van die van Limbo: het is sneller, diverser, komischer, voelt meer aan als een gewoon spel, met levels en (extra) doelen die je kunt halen, in plaats van als een reis, en legt meer nadruk op reflexen in plaats van op puzzelen. Maar het heeft gemeen met Limbo dat trial and error een zeer grote rol speelt, waardoor de gameplay - ondanks de verschillen - enigszins gelijksoortig aanvoelt. Doodgaan (en dat ga je zeer vaak) is geen straf maar een les: om verder te komen in het spel moet je experimenteren met je omgeving. Net als in Limbo zijn omgevingspuzzels dus prominent aanwezig. Je moet er van houden, want zulke puzzels vereisen dat je zeer regelmatig sterft op manieren die amper tot niet te voorkomen zijn, maar ik hou er wel van.

Met Flappy Bird heeft Badland veel minder overeenkomsten: Flappy Bird draait puur om het halen van een zo hoog mogelijke score, terwijl in Badland het halen van levels centraal staat (het halen van een zo hoog mogelike score is in Badland optioneel). En waar je in Flappy Bird sterft door alles wat je aanraakt zijn er in Badland maar een aantal obstakels die je doden. Badland deelt met Flappy Bird echter het centrale mechanisme: “flappen” (Badland kwam overigens net iets eerder uit). In Badland beweeg je namelijk, net als in Flappy Bird, door levels heen door te vliegen als een … stomdronk kuiken? Je blijft in de lucht door op de pijltjestoets te drukken, en als je die loslaat stort je naar de grond. In Badland kan je ook naar linksboven en naar rechtsboven vliegen, maar verder is het mechanisme hetzelfde.

Badland is gelukkig echter een stuk gevarieerder dan Flappy Bird. Er is een grote verscheidenheid aan obstakels, waardoor levels zelden repetitief aanvoelen: zagen, lasers, portalen, verschillende power-ups die je wezen op verschillende manieren beïnvloeden (groter, kleiner, klonen, sneller, langzamer, draaien, etc.), knoppen … het spel komt steeds met nieuwe dingen op de proppen, en gebruikt oude elementen op nieuwe manieren. En het spel weet wanneer het moet stoppen: het heeft 100 levels en duurt zo'n 8-9 uur, en dat is precies goed imo. Niet te kort, maar gelukkig ook niet te lang.

Als je zin hebt in een simpel, ontspannen tussendoortje dat een contrastrijke stijl en een chille sfeer combineert met donkere humor, trial and error-puzzels, vlotte, gevarieerde gameplay en het flappen van Flappy Bird, dan kan ik je Badland zeker aanraden. Het concept is simpel maar het speelt erg fijn weg en toverde regelmatig een glimlach op mijn gezicht. 4* is het dus zeker waard.

Bastion (2011)

3,0
Matig.

De spelwereld is inderdaad erg bijzonder, met alle kleurrijke, geometrische eilandjes die zichzelf genereren. En de sfeer is ook niet onaardig. Post-rock is mijn ding niet, maar veel zie je dat soort muziek niet in games, dus het was (met uitzondering van de zeurmuziek bij de credits die ook in het spel een paar keer opduikt) wel een vermakelijke afwisseling. Maar daar houden de goede punten wel bij op.

Mijn grootste teleurstelling was de gameplay. Die gaat namelijk al enorm snel repetitief aanvoelen. Het vechten vond ik saai: het is weinig gevarieerd, ziet er onspectaculair uit, heeft een vrij laag tempo en is behoorlijk onprecies. Aan het einde wordt het weer even vermakelijk (want meer over the top), maar dat zijn slechts pleisters op een onbevredigend vechtsysteem. De RPG-elementen zijn weinig interessant. De verteller liet me onbewogen: zijn stem sprak me niet aan (te schor) en zijn teksten zijn zelden echt boeiend. Het spel voelt soms wel érg lineair aan (je loopt letterlijk langs een pad waar je niet van kunt afwijken). En het plot is wel aardig, maar het grootste deel van het spel ben je simpele fetch-quests aan het doen.

Bastion eindigt wel behoorlijk bevredigend (de laatste levels zijn de leukste) - de keuze aan het einde, waarvoor je de relevante informatie simpelweg niet hebt, daargelaten - maar het grootste deel van het spel wist mijn aandacht wel vast te houden, maar maakte verder weinig indruk. De sfeer en het plot zijn aardig, maar de gameplay is ondermaats. Meer dan 3* kan ik aan Bastion dus niet kwijt.

Batman: Arkham Asylum (2009)

4,0
Een Batman-product waarmee ik me zowaar uitstekend heb vermaakt.

Ik ben geen fan van Batman. Batman zelf vind ik een moralistische, naïeve macho (hij zou een hoop lijden voorkomen als hij zijn grootste vijanden gewoon zou doden, maar in plaats daarvan hoopt hij tevergeefs op hervorming) met een "superheldencomplex" (hij wil zelf alles en iedereen redden) en zijn pak vind ik duf (vooral zijn cape en de 'onderbroek' die hij over zijn pak draagt vind ik lelijk) en ook de andere personages zijn vaak veel te cartoonesk en over the top om echt te beklijven. The Joker is bijvoorbeeld wel een memorabel personage vanwege zijn gestoorde liefde voor chaos en zijn, ehm, onconventionele humor, maar zijn outfit is oerlelijk en zijn humor voelt vaak erg geforceerd aan, en Quinn is bloedirritant.

Maar over het algemeen heb ik me toch uitstekend vermaakt met dit spel. Het vechten werkt prima, is zeer makkelijk onder de knie te krijgen (het voelt soms wel een beetje aan als hersenloos button bashen, maar soit) en wordt goed afgewisseld met baasgevechten, leuke stealth-secties en wat puzzels (al wisten die me niet echt te boeien), en het tempo ligt erg hoog. Er zit weinig overbodige filler in het main game en als er even wat minder te doen is wordt je aandacht wel vastgehouden door dingen die The Joker zegt, door interviews met patiënten en meer van dat. Verder is het plot leuk om te volgen, zijn de superschurken best goed ontworpen en is de sfeer zeker niet onaardig (de bombastische muziek is niet mijn ding, al kan ik me er ook niet aan storen, maar de duistere locaties van Arkham Asylum - en de Scarecrow-segmenten - zijn best sfeervol). De optionele elementen van het spel (de riddles en de challenges) interesseerden me niet zoveel (de riddles zijn wel aardig, maar ik heb er simpelweg geen zin in om het hele terrein uitgebreid te gaan doorzoeken: daarvoor zijn er nog te veel andere spellen die ik moet spelen; en voor de challenges vecht ik niet stijlvol genoeg), maar ja, ze zijn optioneel, dus dat kun je moeilijk een minpunt noemen.

Batman: Arkham Asylum is kortom een spel dat weliswaar niet helemaal in mijn straatje past wat betreft de cartooneske personages en sfeer, maar dat grotendeels weet goed te maken met haar goed uitgewerkte en gevarieerde gameplay en hoge mate van afwerking. Een dikke 3.5* verdient dit spel dus zeker.

Batman: Arkham City (2011)

Alternatieve titel: Batman: Arkham City - Armored Edition

3,5
Opnieuw vermakelijk, maar wel iets minder dan Arkham Asylum.

Voor het grootste deel delen Arkham Asylum en Arkham City dezelfde plus- en minpunten. De beat em up- en stealth-gameplay zijn erg vermakelijk, niet in het minst door de zeer soepele (zij het ook symplistische: er worden heel veel functies op dezelfde knop - de spatiebalk - gezet) besturing. Puur wat betreft gameplay is City waarschijnlijk zelfs iets beter dan Asylum vanwege een grotere variatie in vijandtypes en toegenomen vrijheid. (Ik had wel het idee dat het iets makkelijker was dan Asylum, maar misschien kwam dat doordat ik het vechtsysteem nu al redelijk beheerste.) De omgevingen zijn niet helemaal mijn ding, maar zijn best sfeervol, erg gedetailleerd en simpelweg leuk om in rond te wandelen (of vliegen). Batman vind ik nog steeds een duf personage (zowel wat betreft vormgeving als wat betreft persoonlijkheid), en ook de andere personages in het spel kunnen me niet bekoren. Ze zijn vaak erg cartoonesk en ontberen diepgang (Batman vind ik bijvoorbeeld te macho, en de vijanden zijn vaak te stereotiep). En het plot is wel aardig om te volgen, maar de hoofdverhaallijn is behoorlijk kort en zeker niet bijzonder boeiend.

Maar Arkham Asylum deed één ding veel beter dan Arkham City: het was veel meer lineair. Ik heb veel mensen het verlies aan lineariteit zien prijzen, maar in dit geval vind ik het een serieus nadeel. Dat verlies heeft namelijk tot gevolg dat City veel minder samenhang vertoont. In Asylum heb je voortdurend één doeleinde voor ogen: je moet The Joker stoppen. Maar City is een puinhoop. Niet alleen is het verhaal veel minder overzichtelijk, veel chaotischer, maar het wordt ook voortdurend onderbroken door side missions waarin een andere superschurk je aandacht vraagt. Daardoor wordt het hoofdverhaal steeds onderbroken, en dat zorgt voor een verminderd gevoel van urgentie en verminderde interesse in het hoofdverhaal.

De side missions zijn overigens wel aardig, maar er zijn er maar twee die ik echt de moeite waard vond: Cold Call Killer (Zsasz) en The Tea Party (Mad Hatter). De Advanced AR Training vond ik vooral irritant, Acts of Violence zijn er veel te veel (dus ik verloor mijn interesse), doordat de Riddler side mission vastzat aan het verzamelen van de geheimen had ik daar ook al snel geen zin meer in - en de rest was wel oké, maar voegde weinig toe. En een paar hadden er ook nog een enorm onbevredigend einde (Bane bijvoorbeeld).

Arkham City is kortom wederom een vermakelijk spel, maar in tegenstelling tot veel anderen verkies ik het meer lineaire Arkham Asylum. Wat betreft gameplay en sfeer maken de twee elkaar niet veel, maar het gevoel aan één samenhangende missie bezig te zijn ontbrak in City, en dat is jammer. 3.5* wederom

Batman: Arkham Origins (2013)

4,0
Arkham City 2.

Dat is in feite wat dit spel is. Ja, het speelt zich af voor de eerdere twee spellen, maar het speelt zich af op dezelfde locaties (plus een nieuw stuk) als City, het speelt precies hetzelfde (terwijl dat grapple-ding waardoor je in de lucht kan blijven toen nota bene nog een prototype was!) en het heeft grotendeels precies dezelfde sterke en zwakke punten. De besturing is nog steeds erg soepel en het vechten is vermakelijk; maar de besturing is niet altijd zo responsive als ze zou moeten zijn en het vechten is behoorlijk repetitief (stealth idem). Het plot is wel aardig, maar zeker niet memorabel, en net als in City word je vaak uit het verhaal gehaald door side missions en de lange reistijden. Het script is wederom slecht geschreven (dezelfde stereotiepe zinnetjes keren steeds terug) en de personages wisten opnieuw weinig interesse op te wekken. Vooral Batman vond ik weer een irritant personage met zijn houding alsof het volstrekt normaal is om criminelen in elkaar te slaan en te martelen voor informatie (zelfs als ze zich over geven), maar onvoorstelbaar onrechtvaardig is om mensen die een gigantisch gevaar vormen voor de samenleving permanent uit te schakelen (dat een hoop personages hem erop wijzen dat hij geen donder bereikt met zijn acties vond ik dus wel leuk). De muziek is oninteressant, maar storen deed het me ook niet. En Gotham City blijft een voldoende sfeervolle omgeving. Het meer donkere Arkham City sprak me iets meer aan dan dit sneeuwland, maar ook dit beviel me prima. Oh, en zelfs de side missions zijn structureel vrijwel identitiek: vind x en vernietig het, vind x in t (tijd), Mad Hatter, Deadshot ... het is weinig creatief allemaal (zoals alles in Origins eigenlijk), maar ach, de side missions blijven wel leuk om te doen.

Doet Arkham Origins ook iets beter? Ik had het idee dat het iets uitdagender was (voor een aantal bazen had ik nu zowaar weer een paar pogingen nodig), en die elektrische handschoenen zijn wel een leuke toevoeging. Maar daar houdt het wel bij op. En doet het ook iets slechter? Jazeker. Origins mist namelijk duidelijk de afwerking van de eerdere delen. Lichamen die door elkaar heen vallen, vijanden die plotseling vanuit het niets verschijnen, te weinig grapple points en zelfs een aantal irritante bugs (Batman kwam bijvoorbeeld een keer vast te zitten in een luik in het Mad Hatter-level, en een andere keer draaide mijn scherm ineens 90 graden - ook buiten het spel! - waardoor ik op heb moeten zoeken hoe ik het terug moest draaien) ... City had zulke dingen niet. Origins voelt kortom kleinschaliger aan, met minder aandacht voor details. Maar over de gehele linie heeft dat mijn spelplezier gelukkig niet aanzienlijk verminderd.

Batman: Arkham Origins doet kortom niets nieuws. Het heeft dezelfde gameplay, dezelfde structuur en dezelfde soort locaties als haar voorganger. Maar hé, Arkham City was een leuk spel, en ondanks het feit dat dit spel minder afgewerkt is heb ik me hier ook weer prima mee vermaakt. 3.5*

BattleBlock Theater (2013)

4,0
Mijn ding.

BattleBlock Theater is een 2D-platformer, heeft een aangename besturing, heeft een lekker opgewekte sfeer (vrolijke muziek en een cartooneske vormgeving vol mafheid die goed bij elkaar aansluiten), heeft goed ontworpen, creatieve levels en is behoorlijk uitdagend (die encore-levels soms, pfoe). En weet je wat? Als een spel aan die voorwaarden voldoet, dan ben ik meestal wel tevreden. En zo ook hier.

Het spel voldoet niet aan alle voorwaarden van mijn ideale platformer. De humor is nogal flauw en wordt in de vorm van cutscenes en een commentator aan je opgedrongen - die bovendien het lef heeft om me belachelijk te maken als ik doodga (wat op de moeilijkste momenten van het spel erg irritant is). De "green gems" zijn soms iets te goed verstopt (waardoor blinde trial and error nodig is om ze te vinden - en een level meermaals moeten spelen omdat je toevallig niet tegen de juiste muur oploopt is tijdverspilling. En het spel (gameplay, sfeer) wist me simpelweg nooit zo te pakken als mijn favoriete platformers.

Maar desondanks heb ik me over het algemeen erg goed vermaakt met dit spel. Ik heb uiteindelijk alle levels (inclusief de encore-levels) met minstens een A gehaald, en dat ik dat voor dit spel over had is een goed teken. Precisie-platformers zijn kortom mijn ding, en de sfeer is leuk. 4* verdient dit dus makkelijk.

Beginner's Guide, The (2015)

Moeilijk om te beoordelen.

The Beginner's Guide is pretentieus - erg pretentieus. De gameplay is vergelijkbaar met The Stanley Parable (in de zin dat gameplay volledig ondergeschikt is aan het plot, waar je doorheen wordt geleid door een voice-over), maar waar The Stanley Parable zo leuk was vanwege haar gevoel voor humor en omdat het speelde met je verwachtingen is dit een veel emotioneler en veel persoonlijker spel.

Het kan op meerdere manieren worden geïnterpreteerd, maar op zijn minst gaat dit spel over de innerlijke strijd van de ontwikkelaar (Davey), over de noodzaak die hij voelt om erkend te worden, en hoe hij dat aspect van zichzelf tegelijkertijd veracht. En dat maakt het spel heel persoonlijk, alsof je zijn dagboek aan het lezen bent. Dat is enerzijds interessant, maar anderzijds voel ik me er nooit helemaal prettig bij, en het idee dat jij naar zijn persoonlijke zorgen moet luisteren voelt een beetje pretentieus.

Ik weet dus nog niet helemaal wat ik ervan moet vinden. The Beginner's Guide is een bijzonder spel, net als The Stanley Parable, en bij momenten is het behoorlijk fascinerend en sfeervol, mede vanwege de sterke muziekkeuze. Maar het is ook erg persoonlijk en pretentieus, en dat staat me een beetje tegen.

Beyond Good & Evil (2003)

Alternatieve titel: Beyond Good & Evil HD

2,5
Gebrekkig vermaak.

Beyond Good & Evil is mijns inziens in veel opzichten een slecht spel. De gameplay is zeer gevarieerd (het combineert vechten, stealth, racen, wat platformen en puzzelen, en meer), maar blinkt in geen enkel opzicht echt uit. De gevechten zijn meestal vooral een kwestie van button-bashen: ze vermaken wel, maar indruk maken ze zeker niet. De stealth is wel oké, maar is door de enorm slechte camera en het vaak onduidelijke levelontwerp (het is vaak niet duidelijk of je de vijanden moet vermijden of “stealthy” moet aanvallen) regelmatig behoorlijk frustrerend. Het racen is vermakelijk, maar makkelijk – en de twijfelachtige besturing en camera irriteren daar wederom. En de filler-gameplay waaruit de rest van het spel bestaat (met als dieptepunt een paar onnozele minigames) pakte me ook niet: het platformen was bijvoorbeeld enorm makkelijk (je hebt niet eens een springknop), en de puzzels hadden betere visuele cues mogen hebben (nu was het te vaak niet duidelijk wat je precies moet doen – of dát je überhaupt iets moet doen). En over het algemeen is de gameplay gewoon veel te traag, houterig en ongemakkelijk.

En ook de andere aspecten van het spel maakten op mij geen indruk. De graphics zijn uiteraard verouderd, maar ook de stijl van het spel sprak me niet aan: die is te kinderlijk en cartoonesk voor mijn smaak. De muziek is doorsnee bombastische Hollywood-muziek: da's geen wereldramp, maar raken doet het me niet. Het verhaal is best leuk om te volgen (en Jade is een sympathiek personage), maar zit boordevol clichés en wist me zeker niet mee te slepen. En de sfeer en algehele wereld van het spel zijn wel oké (lekker luchtig, en daar had ik wel zin in), maar memorabel vond ik ze zeker niet.

Maar ondanks al deze minpunten heb ik me uiteindelijk toch best adequaat met het spel vermaakt. Het is luchtig, gevarieerd, speelt makkelijk weg, heeft best leuke bazen en een sympathiek hoofdpersonage en eindigt relatief sterk (met een paar vermakelijke gevechten in de ruimte en een leuke eindbaas, al kan dat er ook aan liggen dat de ruimte-setting me gewoon meer aanspreekt).

2.5* kan ik hier dus wel aan kwijt. Ik verwachtte een goedkoop (het kost 5 euro op Steam) en luchtig tussendoortje dat simpel vermaak biedt, en aan die verwachting heeft het spel grotendeels wel voldaan. Een meesterwerk vind ik dit zeker niet, maar als luchtig tussendoortje kan het er mee door.

Big Sky: Infinity (2012)

Alternatieve titel: Really Big Sky

3,5
Style over substance.

Dat is misschien wel een adequate samenvatting van dit spel. De gameplay stelt op zich niet zoveel voor. Je schiet op vijanden (en je kan je lasers controleren met je muis, dus je schiet niet alleen recht voor je), er zijn vier verschillende bazen (die in meer en minder moeilijke vormen voorkomen) en het doel is om een zo hoog mogelijke score te halen in verschillende modes. Het is best vermakelijk om te doen, en een aantal modes introduceren zeer welkome variaties in gameplay, maar bijzonder is het niet. Mijn favoriete modes waren classic (de standaardmodus), pacifism (waarin je niet kan schieten maar alleen kan ontwijken), marathon (waarin je zo lang mogelijk moet zien te overleven), retro (waarin de muziek en vormgeving "retro" zijn) en in mindere mate boss rush (alleen boss fights). Verder zijn er een aantal modes met een veel hogere moeilijkheidsgraad (nightmare, hell en arcade), een modus waarin je een oneindig aantal continues hebt maar geen score opbouwt (peaceful, die erg nuttig is om te oefenen), een modus waarin je in twee minuten zoveel mogelijk punten moet zien te verzamelen (countdown), een modus waarin je geen powerups hebt (naked) en een modus waarin je via warpzones wisselt tussen verschillende modes (remix).

De stijl van het spel vond ik echter wel zeer sterk. Het spel barst van de lichtflitsen en explosies, het is zeer kleurrijk, je scherm bulkt uit van de vijanden en meer in het algemeen ziet het er gewoon erg spectaculair uit. De elektronische muziek (vooral trance, soms wat retro-muziek) past bovendien goed bij het spel, waardoor het met de sfeer van het spel wel goed zit. En de gameplay mag dan weinig diepgaand zijn, het is wel behoorlijk verslavend, mede omdat je scores kan gebruiken om je ruimteschip te upgraden.

Really Big Sky is geen briljante shmup: het heeft veel "style" maar weinig "substance", het ziet er spectaculair uit maar heeft weinig variatie en diepgang. Maar het was goedkoop en de sfeer en gameplay hebben mij toch een aantal uur prima weten te vermaken. En in de toekomst zal ik dit vast nog wel eens opzetten, want het functioneert prima als een ontspannend, no-nonsense tussendoortje. 3.5*

Binding of Isaac, The (2011)

3,0
Creatief en vermakelijk, maar niet echt mijn ding.

De surrealistische, bizarre en soms ronduit ranzige vormgeving is leuk (maar wel een beetje onafgewerkt), de muziek is passend en zelfs de uitdagende gameplay (schieten met je tranen terwijl je ondertussen meerdere vijanden moet zien te ontwijken) vond ik leuk. En doordat de kamers iedere keer weer anders zijn en er ontzettend veel verschillende items zijn is iedere run weer anders, wat het spel fris houdt.

Maar twee zaken werkten mij behoorlijk op de zenuwen. Ten eerste speelt mazzel (welke vijanden kom je tegen, welke items vind je) voor een beginnende speler een best grote rol. Uiteindelijk zal skill ongetwijfeld belangrijker worden (en in de eerdere gebieden is dat al zo), maar voor nieuwe spelers (zoals ik) bepaalt "het lot" in zekere mate het succes van de run. De hoofdreden waarom dat irritant is, is echter mijn tweede ergernis: permadeath. Als je sterft moet je helemaal opnieuw beginnen. Hardcore-gamers zullen het ongetwijfeld aanstellerig vinden, maar ik verlies heel snel mijn geduld met zo'n systeem. Je moet steeds weer door dezelfde makkelijke gebieden heen om uit te komen bij de moeilijke gebieden, waar je vervolgens doodgaat omdat je ze nog niet beheerst, etc. Andere roguelikes (Spelunky en Rogue Legacy) introduceerden "roguelite"-elementen om herhaling te voorkomen (tunnels, teleportatie), maar Binding of Isaac heeft niets van dat, en dat zorgde ervoor dat ik al vrij snel mijn geduld met het spel verloor.

Binding of Isaac heeft kortom leuke (zij het weinig gevarieerde) gameplay en een creatieve (zij het wat onafgewerkte) vormgeving, maar roguelikes zijn gewoon mijn soort game niet, zeker als ze geen water bij de wijn doen (roguelite-elementen). Voorlopig hou ik het daarom maar bij een dikke 3*. Het is zeker geen slecht spel, maar van de "grote roguelikes" (Spelunky en Rogue Legacy) vind ik het wel duidelijk de minste.

Bionic Commando: Rearmed (2008)

3,0
Een geslaagde remake, maar de fouten van het origineel blijven grotendeels onopgelost.

Laat ik beginnen met de positieve punten. De graphics zijn in vergelijking met het origineel (dat ik overigens nooit gespeeld heb, maar dit is simpelweg common sense) uiteraard een stuk verbeterd, en hoewel ik zeker niet warm word van de visuele stijl van het spel ziet het er op zich niet lelijk uit. Wat betreft de vorm van het spel is het echter vooral de muziek die in het oog (of beter, het oor) springt. Het spel wordt begeleid door lekker energieke retro elektronische muziek, en daar hou ik wel van. De muziek zorgt voor een aangename sfeer, en dat is een groot pluspunt. De reguliere gameplay is over het algemeen verder best vermakelijk, maar het zijn vooral de baasgevechten die me in positieve zin opvielen. Het vermogen van je personage om met zijn bionische arm te slingeren wordt goed benut, je moet een strategie ontwikkelen om ze te kunnen verslaan en de moeilijkheidsgraad is goed gebalanceerd (je kunt ze in een paar keer verslaan). Om die redenen zijn de bazen mijns inziens veruit het hoogtepunt van het spel.

Maar zoals ik al zei: het spel is verre van perfect. Buiten de baasgevechten om is de gameplay namelijk vaak weinig interessant. Enerzijds moet je tegen vijanden vechten; maar dat is zeer makkelijk en nogal repetitief. En anderzijds moet je je bionische arm gebruiken om van punt A naar punt B te komen; maar dat is of enorm eenvoudig, of (als het moeilijk is) uitermate frustrerend. De besturing van je arm is namelijk zeer onprecies. In plaats van de arm ruim voldoende lengte te geven en je te laten richten met je muis heeft je arm een redelijk beperkte lengte en moet je mikken met je pijltjestoetsen: je kan alleen recht naar boven, met een hoek van 90 graden omhoog en recht naar voren richten. Het platformen is meestal niet zo moeilijk, waardoor dat niet zoveel uitmaakt, maar op het moment dat het wél uitdagend wordt gaat de besturing meteen irriteren. Area 06 was voor mij wat dat betreft het dieptepunt. Als je daar verkeert timet donder je meteen de zee in (en je personage, een elite speciale agent, kan uiteraard niet zwemmen) en moet je opnieuw beginnen - en dat gebeurde zoveel achter elkaar (op twee verschillende punten) dat ik het spel zelfs even van mijn computer heb verwijderd omdat ik het spel en haar houterige besturing even helemaal beu was. Een kwartier later heb ik het weer geïnstalleerd en haalde ik het level meteen de eerste keer, maar toch: het was zeer frustrerend. En ook op andere punten is de besturing ondermaats. Waarom kun je bijvoorbeeld niet springen? Ik begrijp dat de makers de speler afhankelijk willen maken van het slingeren, maar springen en slingeren kan prima met elkaar worden gecombineerd. En waarom kun je alleen horizontaal schieten? Waarom kun je niet omhoog schieten? De "extra" gameplay-elementen (het hacken en de challenge rooms) vond ik ten slotte weinig toevoegen (het hacken is zeer makkelijk en de challenge rooms zijn vooral een kwestie van trial and error tot je iedere beweging goed timet, waardoor ik het snel beu was), en het hoofdpersonage vond ik nogal duf. De humor was soms wel best leuk.

Alles bij elkaar is Bionic Commando: Rearmed over het algemeen een vermakelijk spel dat een fijne sfeer heeft en piekt tijdens de baasgevechten. Maar de ondermaatse besturing, ongeïnspireerde platformer-gameplay en repetitieve gevechten voorkomen dat het spel echt indruk weet te maken. Wel een goede 3*.

BioShock (2007)

3,0
Een mooie huls, maar met onvoldoende inhoud.

Met de huls doel ik uiteraard op de vormgeving van het spel. De ouderwetse inrichting is mijn ding niet helemaal, maar de locaties zijn regelmatig erg mooi en de belichting is sterk. Bovendien wordt de spelwereld subtiel tot leven gewekt door dagboekberichten die je vindt. Daardoor leer je het "verhaal" van de wereld langzaam kennen zonder dat het je door de strot geduwd wordt, en daar hou ik wel van.

Maar het probleem is dat de rest van de spel weinig indruk op me heeft gemaakt. Mijn grootste teleurstelling is wat dat betreft de gameplay. Het eerste uur zijn de gevechten nog leuk (en dan ben je uiteraard ook nog veel meer onder de indruk van de spelwereld dan later in het spel), maar ik vond ze al snel ontzettend repetitief worden, en net als in Alan Wake (wel in iets mindere mate) begon ik na een tijdje tegen ze op te zien. Vraag me niet waarom, maar ik vond het vechten absoluut niet bevredigend. Misschien komt het doordat de vijanden vaak erg moeilijk doodgaan (waardoor het moeilijk is om "stijlvol" te werk te gaan), misschien komt het door de krappe ruimtes, waardoor er weinig ruimte is voor ontwijken, maar ik vond het simpelweg zelden leuk. Bovendien ben ik geen groot liefhebber van het doorzoeken van iedere hoek van de spelwereld (om voorraad te vinden - al is het in dit spel door de mooie wereld nog best leuk) en geen fan van RPG-elementen, waardoor het spel me buiten de mooie wereld weinig te bieden had. Muziek is verder amper aanwezig - en als het er al is, dan is het ouderwets en jazzy (niet mijn ding). En het verhaal is wel aardig, maar memorabel vond ik het zeker niet - buiten de spelwereld dan.

BioShock is kortom een spel met een uitstekende spelwereld met een memorabele sfeer, maar buiten de spelwereld weet het mijns inziens in niets uit te blinken. De gameplay is onbevredigend en repetitief, en het verhaal is aardig maar niet indrukwekkend. Een slecht spel is BioShock zeker niet, maar ik hecht het meeste waarde aan gameplay (een mooie spelwereld went vrij snel), en die is naar mijn visie middelmatig. 3*

BioShock 2 (2010)

3,0
Iets beter dan het origineel, maar grotendeels heeft het dezelfde plus- en minpunten.

Net als in Bioshock 1 is de onderwaterwereld best imposant: gedetailleerd, goed uitgewerkt, sfeervolle belichting en lekker duister. Echt veel indruk maakt het niet meer aangezien de wereld amper verschilt van die in BS1 en de graphics sindsdien flink vooruit zijn gegaan, en de ouderwetse inrichting van Rapture ligt me niet erg, maar het blijft een mooie stijl die voor een lugubere en wat melancholische sfeer zorgt. En de dagboekberichten die je vindt vullen die wereld mooi aan. In het eerste deel lag de nadruk op het "objectivisme" van Ayn Rand, waarin individuele vrijheid heilig is; in dit deel wordt vooral aandacht besteed aan een soort van genetisch communisme waarin het individu juist volstrekt ondergeschikt is aan de gemeenschap. Het is allemaal erg karikaturaal, maar die ideeënstrijd is toch best leuk om te volgen.

De gameplay is daarentegen weer weinig opzienbarend. Het vechten is weinig gevarieerd en intens, de vijanden zijn vaak weinig bevredigend om te verslaan, de RPG-elementen liggen me niet en vechten in arena's (zoals in BioShock Infinite) spreekt mij meer aan dan vechten in kleine ruimtes. En ook het verhaal vond ik weer weinig voorstellen. Het uitgangspunt (je moet je wederhelft vinden om in leven te blijven) is wel aardig, maar de personages zijn flinterdun en de plotontwikkeling is niet memorabel. Het sentimentele einde, ondersteund door zielige muziek, deed mij bovendien met de ogen draaien. De muziek en het sounddesign in het algemeen zijn ten slotte vrij matig. Niet storend, maar ook niet positief opvallend.

Bioshock doet echter twee belangrijke zaken beter dan haar voorganger. Ten eerste is de gameplay dit keer soepeler. Niet meer hoeven wisselen tussen reguliere wapens en plasmids is mijns inziens een grote vooruitgang die de gevechten een stuk vlotter en minder houterig doet aanvoelen. En ten tweede is de finale een stuk indrukwekkender: grootschaliger, actierijker, intenser. Een eindbaas ontbreekt helaas, maar ik verkies een bombastisch arena-gevecht boven de matige eindbaas van BS1.

BioShock 2 is kortom weer een solide spel met een mooie wereld en een aantal verbeteringen ten opzichte van het eerste deel, maar helemaal mijn ding zullen de Rapture-delen nooit worden. De gameplay, het verhaal (vooral in brede zin, in de vorm van de logboeken) en de sfeer zijn allemaal adequaat maar slagen er slechts bij momenten in om echt indruk te maken. Bovendien had ook ik last van een "been there, done that"-gevoel: het frisse gevoel van het eerste uur van BS1 bleef weg. Maar 3.25* is het zeker waard.

BioShock Infinite (2013)

4,0
Een aangename verrassing met een onbevredigende conclusie.

Bioshock Infinite is een aangename verrassing omdat ik het, tegen mijn verwachtingen in, een stuk beter vond dan Bioshock 1. De werelden en sferen (muziek, vormgeving, afwerking) maken elkaar op zich niet veel (de werelden zijn beide niet helemaal mijn ding omdat hun sfeer vaak wat "oubollig" en "klassiek" is, maar toch zeer indrukwekkend in hun detail, afwerking en wereldbeeld), al spreekt Columbia me net iets meer aan dan Rapture: het is levendiger, gevarieerder en het biedt een stuk meer bewegingsruimte. Maar de gameplay en het plot en de personages vond ik in Bioshock Infinite duidelijk beter.

Waar Bioshock veel aandacht besteedt aan RPG-elementen en het tactisch omgaan met schaarse middelen is Bioshock Infinite meer een reguliere shooter. Infinite heeft die zaken ook, maar hier treden ze zelden op de voorgrond: munitie is er meestal ruim voldoende, en geld ook, waardoor je je meestal gewoon kan richten op het schieten zonder je zorgen te hoeven maken over bijzaken. Bovendien zijn de gebieden waarin je vecht ditmaal veel bevredigender: in Bioshock was de beweginsruimte vaak zeer beperkt (je zat vaak in kamers, gangen of relatief kleine zalen), waardoor er weinig ruimte was voor het ontwijken van of schuilen voor aanvallen. In Infinite vecht je daarentegen vaak in straten of op grote pleinen (zoals in veel reguliere shooters), en dat maakt de actie mijns inziens een stuk bevredigender.

En ook het verhaal en de personages vond ik duidelijk sterker. Het plot en de personages zijn net als in Bioshock vaak karikaturaal en clichématig (zowel wat betreft inhoud als vormgeving), maar ik vond ze desondanks boeiend om te volgen. Waar je in Bioshock in een dode wereld stapt en vervolgens de bevelen volgt van een aantal personages om uit die wereld te ontsnappen (het plot draait daar in die zin dus grotendeels om jezelf - om het veranderen van jouw lot) is Infinite veel grootschaliger. Je stapt in een wereld die nog volop in leven is en ziet vervolgens onder invloed van jouw acties (en die van Elizabeth) die wereld ineenstorten door een strijd tussen twee grote facties. Bovendien zijn de personages hier een stuk levendiger dan in Bioshock, zijn de "kwantumkrachten" van Elizabeth fascinerend (Elizabeth zelf is overigens ook een leuk personage: onschuldig, vol verwondering over de wereld, maar wel erg slim) en ligt het tempo erg hoog, waardoor het spel veel minder snel repetitief ging aanvoelen. En het spel is weer pikdonker, wat mij wel aanspreekt. Genuanceerd is het niet, maar beangstigend is het evenwel.

Maar helaas eindigt het spel naar mijn visie ontzettend onbevredigend. Als Bioshock één ding beter deed, dan is het dat Bioshock het einde eenvoudig hield. Ook in dat spel rolde ik al met mijn ogen om de plottwists, maar het eindigde tenminste rechttoe rechtaan: je ontsnapt uit Rapture, redt de little sisters en sterft als een gelukkige familieman. Clichématig, maar bevredigend. Maar Infinite slaat in het laatste uur compleet door. Elizabeth is opeens een alwetende demi-god - en de dochter van Booker niet te verstaan; Booker blijkt Comstock te zijn; en er wordt zo benadrukt dat er oneindig veel mogelijke universa zijn dat alles wat eraan voorafging opeens betekenisloos en miniscuul gaat aanvoelen. Het is ambitieus, dat moet ik de makers nageven, maar ik ervoer het persoonlijk eerder als pretentieus. Toen de credits op mijn beeldscherm verschenen bleef ik niet achter met een gevoel van bevrediging, maar met gefronste wenkbrauwen (en twijfels over de coherentie van de "oplossing" van Elizabeth). Dit spel had beter verdiend.

Het laatste uur (of half uur) doet me uiteraard niet de mooie uren vergeten die daaraan voorafgingen, maar het zorgt er wel voor dat ik mijn cijfer tot een solide 3.5* beperk. De wereld en sfeer zijn, net als in Bioshock, kortom weer indrukwekkend in hun vormgeving, afwerking en aandacht voor detail, en het verhaal, de personages en de gameplay zijn aanzienlijk verbeterd, maar het slot is teleurstellend.

Bit.Trip Beat (2009)

Alternatieve titel: Bit Trip Beat

3,0
De beste van de drie "kleine" Bit.Trip-spellen die ik vooralsnog gespeeld heb, maar nog steeds gebrekkig.

Dit spel is mijns inziens in twee opzichten beter dan Void en Core. Ten eerste vind ik de vormgeving beter: de muziek is minder minimalistisch, iets swingender, en de stijl is iets minder statisch, wat zorgt voor een wat energiekere, minder logge sfeer. En ten tweede spreekt de gameplay me meer aan. De "Pong on acid"-gameplay weet uitdaging beter te combineren met toegankelijkheid en heeft een aangename, intuïtieve besturing en is daardoor naar mijn visie bevredigender dan Void en Core.

Maar het heeft ook voor een belangrijk deel dezelfde minpunten. De belangrijkste daarvan ligt in de opnieuw ongebalanceerde moeilijkheidsgraad. Op easy is het spel op zich niet zo moeilijk (het staat heel veel missers toe), maar het probleem is dat het op die manier niet leuk is om te spelen. Een level halen terwijl je een kwart van de beats mist is immers niet bevredigend. Maar op hogere moeilijkheidsgraden is het spel óok niet leuk, want dan heb je te weinig kansen om patronen te leren kennen. De levels hebben namelijk geen checkpoints, dus als je doodgaat moet je weer opnieuw beginnen.

De oplossing is zo eenvoudig: voeg checkpoints toe, zorg ervoor dat je nooit langer dan 30-60 seconden zonder checkpoint zit en laat de moeilijkheidsgraden variëren tussen de hoeveelheid beats die je op je afgestuurd krijgt en/of de snelheid daarvan. En vereis vervolgens perfectie: één misser betekent terugkeren naar het laatste checkpoint. De Runner-spellen hebben die structuur (vooral 2: in 1 heeft de moeilijkheidsgraad alleen invloed op de gouden staven), en dat is precies wat hen zo leuk maakt. Als "moderne gamer" heb ik het geduld niet om een level van 10 minuten uit mijn hoofd te leren.

Bit.Trip Beat is kortom een leuk spel met eenvoudige maar intense gameplay en een relatief energieke sfeer, maar vooral door de ongebalanceerde moeilijkheidsgraad kon ik er nooit echt in komen. 3.25*

Bit.Trip Core (2009)

Alternatieve titel: Bit Trip Core

3,0
Opnieuw matig.

Het probleem met de "kleine" Bit.Trip-spellen (buiten de Runners dus) lijkt voorlopig te zijn dat ze weliswaar origineel en uitdagend zijn, maar tegelijkertijd aanvoelen als opgeblazen prototypes. Zo ook dit spel. Het idee dat je vier laserstralen controleert die patronen van projectielen moeten neerschieten heeft veel potentieel. Op meerdere dingen tegelijkertijd moeten letten op een hoog tempo kan immers zeer intens zijn. Maar het wordt mijns inziens vrij matig uitgewerkt.

De vormgeving is wederom saai, met een te minimalistische stijl en te minimalistische elektronische muziek (als je een spel als dit fast-paced wil laten aanvoelen moet je voor energieke muziek kiezen, niet voor een loom ritme met af en toe een piepje hier en daar). De besturing voelt tegenintuïtief: je moet eerst richten (met de pijltjestoetsen) en dan schieten (met space) op het juiste moment, en het resultaat daarvan was in mijn geval dat ik als een waanzinnige op mijn spatiebalk zat te rammen (want dat is effectiever dan timen). En dat is simpelweg niet leuk - best vervelend zelfs. En net als Void is het spel zelden erg bevredigend. Zelfs nu (na het spel op easy uitgespeeld te hebben) mis ik nog een heleboel beats (ik heb net de eerste anderhalf levels zitten herspelen), en de moeilijkheidsopbouw van de levels is dubieus. De levels hebben namelijk geen checkpoints, terwijl de moeilijkste wave veruit de laatste wave van de baas (ieder level heeft er een) is. Dus als je daar doodgaat kun je weer helemaal opnieuw beginnen, alleen voor die wave. Dat motiveert mij niet bepaald om het spel op een hogere moeilijkheidsgraad te proberen. Integendeel.

Het concept van Core (met de vier laserstralen) spreekt me iets meer aan dan het concept van Void, en daarom geef ik dit spel een kleine 3* (2.75*). Maar veel maken de spellen elkaar niet. Ook dit spel heeft namelijk een wat te lome sfeer en ook de gameplay van dit spel voelt onaf en weinig bevredigend.

Bit.Trip Fate (2010)

3,0
Matige bullethell.

Bit.Trip Fate is een on-rails bullethell-shooter. Je zit vast op een rails waarop je alleen naar links of naar rechts kunt bewegen, er komen vijanden op je af, die vijanden schieten blokjes op je af en als speler moet je balanceren tussen het ontwijken van die blokjes en het aanvallen van de vijanden. Simpel, toch? Jazeker, en het is ook best leuk. Het is uitdagend en de abstracte vormgeving en elektronische muziek zijn passend.

Het spel lijdt echter onder drie serieuze problemen. Ten eerste vind ik de on-railsgameplay onaangenaam. Ik heb onlangs een paar bullethell-shumps gespeeld zonder die beperking, en dat beviel me veel beter. Ten tweede wordt het nooit bijzonder. De patronen, de vormgeving, de sfeer: er zit geen memorabel moment tussen, geen moment dat eruit springt. Het is vermakelijk, maar ontstijgt nooit de middelmaat. En ten derde is het ontbreken van checkpoints in sommige levels zeer irritant. De levels duren ieder iets minder dan 10 minuten, en het enige punt in de levels waarop je serieus het risico loopt om dood te gaan is bij de eindbaas. En als je daar doodgaat, dan moet je dat level dus weer opnieuw beginnen. Voor dat ene stuk. In de meeste levels is dat niet zo'n probleem (de meeste bazen versloeg ik toch in één keer), maar in level 5 kostte het me vijf pogingen om de eindbaas neer te krijgen, en dat haalde mijn spelplezier serieus onderuit.

Ik heb dit spel gekocht om mijn Bit-Trip-collectie te vervolmaken, maar anderszins is het niet het spelen waard. Slecht is het niet, maar het is wel door en door middelmatig. De Runner-games zijn erg leuk (vooral de tweede), maar de rest van de Bit.Trip-spellen hebben me helaas niet weten te overtuigen. 2.75*

Bit.Trip Flux (2011)

3,0
Bit.Trip Beat 2.

Een open deur, ik weet het. Maar op enkele details na is dit spel echt een kopie van Beat: net als Beat is dit bullethell-Pong waarin je complexe patronen van blokjes moet weerkaatsen, net als Beat heeft dit spel slechts drie levels (in driekwartier ben je er wel doorheen), net als Beat heeft het weinig memorabele baasgevechten en net als Beat gaat het al snel vervelen. De verschillen zijn dat het batje ditmaal aan de rechterkant van het scherm staat, dat er checkpoints zijn (die ik op Easy niet nodig heb gehad, maar het is toch een fijne toevoeging) en dat de muziek iets minder elektronisch is, iets klassieker (dat vind ik een nadeel). Bovendien zijn er ietwat andere patronen. Maar dat verschil is vrij klein.

Als je Beat goed vond, dan zal dit spel je ook bevallen. Maar als Beat je niet beviel, dan zul je dit spel ook niet goed vinden. Zelf zit ik ertussenin. Het is een aardige minigame, maar beklijven doet het niet. 2.75*

Bit.Trip Presents... Runner 2: Future Legend of Rhythm Alien (2013)

4,5
threeohthree schreef:
Edit: Overigens is zoals de game zelf aan aan geeft, voor de PC absoluut een controller aan te raden.

Nonsens! Ik heb het op de hoogste moeilijkheidsgraad uitgespeeld, alle gouden staven en schatkisten gepakt en alle retro-levels uitgespeeld - en dat alles met mijn good old toetsenbord. Je hebt maar vijf toetsen nodig (space voor springen en de cursortoetsen voor andere acties), dus dat is prima te doen.

Maar anyway, dit is inderdaad een heerlijk spel. Ironisch genoeg heb ik er lang over gedacht om hem niet aan te schaffen omdat de visuele stijl, de muziek en de humor me (in tegenstelling tot Bit.Trip Runner 1) niet aanspreken (te kinderlijk, te kleurrijk). Maar ik ben blij dat ik het wel gedaan heb, want buiten de vormgeving (en de flauwe humor die af en toe naar voren treedt) is dit spel veel beter dan haar voorganger. De verhouding tussen de spellen is een beetje vergelijkbaar met die tussen Portal 1 en 2: waar Portal 1 een fris nieuw idee introduceerde, werd het in Portal 2 echt uitgewerkt. Zo ook hier.

Dit spel is namelijk veel gevarieerder dan haar voorganger - en minder frustrerend bovendien. Het heeft meer variatie in de zin dat je simpelweg veel meer kan. Er zijn veel meer soorten obstakels en je hebt nieuwe moves om die obstakels te kunnen ontwijken (of gebruiken). Niet al die obstakels en handelingen zijn even geslaagd (die looping-dingen vond ik bijvoorbeeld alleen het tempo omlaag trekken, en gedanst heb ik niet meer nadat ik de achievement had gehaald). Maar de meeste zijn wel leuk, en de variatie in obstakels zorgt ervoor dat uitdaging minder ligt in het maken van sprongen die zo pixel-perfect moeten zijn dat het soms als brute mazzel aanvoelt als je ze goed doet (zoals in deel 1 af en toe) en meer in reactie-snelheid en in het anticiperen op verschillende obstakels, en dat bevredigt mij meer. Bovendien heeft dit spel checkpoints in het midden van levels, waardoor de moeilijkste levels minder lang duren dan in het vorige spel en minder frustreren. En dat is hard nodig, want dit spel heeft een stuk meer levels dan haar voorganger, en anders zou het waarschijnlijk een veel te lange zit zijn geworden.

Er zijn een paar momenten waarop het spel oneerlijk aanvoelt. Waarom is er bijvoorbeeld geen zelfmoord- knop, of een "return to last checkpoint"-optie? Nu miste ik af en toe op het allerlaatste stuk één of twee gouden staven en moest ik vervolgens het level weer helemaal opnieuw doen. En de toetsen leken soms imperfect (of althans tegenintuïtief) te reageren. Bovendien zijn de muziek, humor en vormgeving in het algemeen gewoon niet mijn ding. Maar anderzijds zorgden die zaken wel voor een opgewekte sfeer, en dat hielp goed om mijn ergernis in toom te houden. En de laatste twee werelden zijn wat betreft vormgeving veruit het beste, dus het spel eindigde ook op een positieve noot.

Bit.Trip Runner 2 is kortom niet in alle opzichten beter dan haar voorganger (de wat minder kinderlijke vormgeving van het vorige spel spreekt mij meer aan), maar over de gehele linie vond ik dit spel desondanks een stuk beter. Het is gevarieerder, heeft meer afwerking en is simpelweg leuker. 4.5*

Bit.Trip Runner (2010)

Alternatieve titel: Bit Trip Runner

4,0
Ik ben ondertussen redelijk mentaal uitgeput, maar(!) ik heb het gehaald!

Maar vraag niet hoe. Het merendeel van zone 1 is niet zo moeilijk (met uitzondering van de laatste levels, die wel flink pittig zijn) en zone 2 was al helemaal een stuk makkelijker dan ik had verwacht. Maar zone 3? De eerste levels zijn al niet makkelijk, maar ergens vanaf 3.7 gaat de moeiljkheidsgraad pas echt omhoog, en het zou me niets verbazen als ik even lang (zo niet langer) met de laatste zes levels bezig ben geweest als (dan) met de rest van het spel. Vooral 3-11 was echt hels. Dat level is enorm lang en zit vol pixel-perfecte sprongen, waardoor ik er volgens mij minstens een uur mee bezig ben geweest. De eindbaas die daarop volgt is naar verhouding gelukkig niet zo moeilijk, maar toch. Oh, en ik speelde het nog op easy. Maar volgens mij is het enige verschil dat er dan geen gouden balken zichtbaar zijn die je kunt verzamelen (zodat je daardoor niet afgeleid wordt). De obstakels zijn echter hetzelfde.

Maar genoeg over mijn ervaring, en meer over het spel. De vormgeving van het spel is enorm pixelated en (dus) weinig gedetailleerd (al gebeurt er op de achtergrond wel best veel, wat afleidend kan werken), maar dat kan ik persoonlijk wel appreciëren. En hetzelfde geldt voor de muziek: het is eenvoudig, maar het is pakkend en passend (vooral in zone 1 en bij de bazen), en dat is het belangrijkste. Zone 1 vond ik zowel in audiovisueel opzicht (de vormgeving is daar relatief donker, met relatief weinig kleuren, en het deuntje is erg aanstekelijk) als wat betreft gameplay het beste (goede moeilijkheidsopbouw, uitdagend maar niet punishing), maar de andere zones mogen er ook zijn. Zone 2 was misschien wat te makkelijk en zone 3 iets te moeilijk, maar ach, nu kan ik in ieder geval voor eeuwig trots zijn dat ik het heb gehaald.

Bit.Trip Runner is geen spel voor iedereen (daarvoor is het te "hardcore"), maar mensen die van een retro-vormgeving houden en uitdaging omarmen kan ik dit spel zeker aanraden. Een kleine 4*.

Bit.Trip Void (2009)

Alternatieve titel: Bit Trip Void

2,5
Matig.

De gameplay is zeer eenvoudig: je bent een zwarte cirkel (een zwart gat volgens de omschrijving hier) en het doel is om zoveel mogelijk zwarte blokjes te verzamelen en zoveel mogelijk witte blokjes te vermijden. Verzamel je te weinig zwarte blokjes en/of raak je te veel witte blokjes, dan ga je dood. Er zijn drie levels, en ieder level heeft vier secties met checkpoints. Je hebt één credit (en je verdient er vaak nog één), en als je doodgaat kun je die gebruiken om terug te keren naar een checkpoint. Zonder credits is het game over.

Vermakelijk is het op zich wel, maar daar houdt het wel bij op. De gameplay (een combinatie van bullethell en katamari) heeft nul variatie en het verzamelen en ontwijken van de blokjes wist we nooit bijzonder te bevredigen. De minimalistische, geometrische stijl vond ik bovendien aan de saaie kant en de muziek is veel te minimalistisch en loom voor mijn smaak. En het spel is erg kort. Binnen een uur ben je er wel doorheen (afhankelijk van hoe vaak je game over gaat), en tenzij je ieder level op perfect wil uitspelen (verzamel alle zwarte blokjes, raak geen witte blokjes) is er weinig reden om het spel te herspelen.

Bit.Trip Void is geen verschrikkelijk spel. Het speelt redelijk weg en de sfeer is niet storend. Maar ik kan niet zeggen dat ik er veel van genoten heb. Zowel de gameplay als de vormgeving en de muziek zijn aan de saaie kant, en het is al erg snel weer voorbij. Een dikke 2.5* (2.75*) is het echter wel waard.

Blasphemous (2019)

4,0
Vreemd dat ik deze nu pas heb ontdekt.

Dit is namelijk echt een spel naar mijn hart: Blasphemous wordt vaak vergeleken met Hollow Knight, en dat is één van mijn favoriete spellen. En die vergelijking is mijns inziens helemaal terecht. Uitdagende gameplay waarbij je vaardigheden in gevechten en taaie platformsecties tot het uiterste op de proef worden gesteld? Check. Een grote wereld die je naar eigen inzicht kan verkennen, met flink wat ruimte tussen savepoints waardoor je vaak bevend zit te zoeken naar een rustpunt? Check. Een mooie grafische stijl met veel sfeer? Check. En een uitstekende soundtrack die die sfeer perfect ondersteunt? Nog een check.

Als je een liefhebber was van Hollow Knight zal dit spel je waarschijnlijk dus ook wel gaan bevallen - en het is aanzienlijk korter dus het vergt een stuk minder tijd. In sommige opzichten verschillen de spellen uiteraard wel van elkaar - Blasphemous is bijvoorbeeld een stuk donkerder en gewelddadiger, met overal groteske monsters die in een bloedige pulp uit elkaar vallen als je ze verslaat, en ontbindende lijken op de grond - maar ze hebben een stuk meer met elkaar gemeen dan dat ze van elkaar verschillen.

Uiteindelijk is Blasphemous mijns inziens echter toch duidelijk de mindere van de twee. Vooral later in het spel stelt het je geduld soms erg op de proef. Ik hou er zelf altijd wel van om voor optionele uitdagingen (collectibles, side quests, etc) te gaan, maar hier maakt het spel je dat soms wel erg moeilijk. De meeste collectibles zijn wel redelijk te vinden, maar als je voor de 100% wil gaan is eigenlijk je enige keuze om er een gids bij te pakken: een goed middel om je in de eindfase de juiste weg op te helpen is er niet, en een aantal zijn alleen met puur geluk (of heel veel doorzettingsvermogen) te vinden. Zo zijn er optionele platformuitdagingen ("Miriam's Challenges") waarbij je in een bepaalde tijd een parcours door moet komen, en een aantal daarvan zitten er letterlijk achter muren verstopt, zonder ook maar één visuele aanwijzing. En om nog een voorbeeld te noemen: om een bepaalde upgrade vrij te spelen (die nodig is om een aantal collectibles te verzamelen) moet je een NPC op bepaalde locaties helpen, en dan uiteindelijk op een bepaalde locatie met hem praten terwijl je de items die hij je heeft gegeven hebt geactiveerd. Mij is dat uiteindelijk gelukt met een gids erbij, maar als je een walkthrough nodig hebt om upgrades vrij te spelen of collectibles te vinden - en dat is regelmatig zo in het spel - is het ontwerp van het spel gewoon niet goed. Dat soort dingen moeten kunnen lukken met je eigen vaardigheden, niet vanwege een gids of puur geluk. Bovendien zijn sommige secties behoorlijk frustrerend (vooral de instant death traps kunnen erg op de zenuwen werken, en die platformuitdagingen worden steeds langer - in plaats van slechts moeilijker - waardoor je ze keer op keer opnieuw door moet spelen), maar dat was voor mij een minder groot probleem, want over het algemeen is de moeilijkheidsgraad - mede vanwege de zeer responsieve besturing - gewoon prima: tough but fair. Taai, maar daardoor des te bevredigender.

Zeker een aanrader voor liefhebbers van Hollow Knight (en taaie metroidvanias in het algemeen) dus. Een aantal frustrerende ontwerpkeuzes (instant death traps, en soms te obscure puzzels en side quests) staan een hogere score uiteindelijk net in de weg, maar op die stoorpunten na speelt het over het algemeen zeer fijn weg, en de sfeer, vormgeving en soundtrack zijn stuk voor stuk uitmuntend. 4*

Bleed (2013)

3,0
Een kleine tegenvaller.

Ik had gehoopt op een eenvoudige maar adrenalinerijke 2D-shooter, en tot op zekere hoogte heeft het wel aan die verwachting voldaan, maar helaas won de eenvoud het van de adrenaline. Misschien heb ik het gewoon op een te lage moeilijkheidsgraad gespeeld (ik heb het op easy gespeeld omdat ik in recensies gelezen had dat het spel zeer moeilijk is, wat dus enorm meevalt), maar ik kwam er nu makkelijk doorheen zonder me te hoeven concentreren. Een spel mag best hersenloos zijn, maar dit was wel zeer simplistisch. En - ook niet onbelangrijk - als je eenmaal aan de besturing gewend begint te raken is het spel al voorbij. Het spel duurt namelijk maar een uur, en veel herspeelwaarde heeft het helaas niet.

Alles bij elkaar is Bleed dus een kleine tegenvaller. Het is niet vervelend om het spel te spelen, maar het heeft ook geen moment indruk op me gemaakt. Meer dan 2.5* kan ik er dus niet aan kwijt.

Edit: ik heb het ondertussen ook op normal uitgespeeld (en de eerste twee levels op hard), en ik moet toegeven dat het spel dan meteen een stuk leuker (want uitdagender is). Het is nog steeds niet echt een spel voor mij (iets te chaotisch misschien?), maar ik verhoog toch maar naar een kleine 3*.

Blitz Breaker (2016)

4,5
Dashing.

Ik hou van dashing. Het is snel, het is bevredigend en het zorgt voor puzzels die net iets anders zijn dan het reguliere platformen. En dit spel - dit spel is een ode aan dashing. Lopen kan je niet en je vermogen om te springen heb je maar heel af en toe nodig: waar Blitz Breaker om draait is dashing.

Dat werkt ongeveer zo: als je op het pijltje naar rechts drukt vlieg je naar rechts, als je naar beneden klikt naar beneden, etc. En je blijft die kant op vliegen (je kan niet onderweg stoppen of afremmen) totdat je een muur, plafond of vloer raakt (of sterft - dat gebeurt ook regelmatig). Dat zorgt ervoor dat het spel echt een razendsnel tempo heeft. Je vliegt als een gek door de levels heen, en dat moet je ook nog eens zo snel mogelijk doen (om een ster te halen). Waar ik als fan van fast-paced platformers uiteraard van geniet.

En daar houdt het niet op. Nee, het spel heeft ook nog eens een fijne moeilijkheidsgraad. Op Steam klaagden een aantal mensen erover dat het spel in de latere levels te moeilijk wordt omdat die aan de lange kant zijn, en ik denk dat veel mensen zich daar inderdaad aan zullen storen. Maar ik vond het persoonlijk erg fijne tests van de vaardigheden die je tijdens het spel geleerd hebt, culminerend in het bloedmoeilijke bonuslevel Gauntlet X, waar ik volgens mij meer dan een uur mee bezig ben geweest.

Ik ben in totaal 1257 keer gestorven (in 9.5 uur, dus meer dan honderd keer per uur!), en daar heeft natuurlijk niet iedereen zin in. Maar voor liefhebbers van razendsnelle tough-as-nails platformers in de trant van Super Meat Boy is dit echt een aanrader. Het spel kost ook nog eens slechts 3 euro. 4.25*

Boson X (2014)

3,5
Mijn ding.

Ik had de gratis versie vroeger al eens gespeeld, en de Steam-versie is in feite een uitgebreide versie daarvan, met 18 in plaats van 6 levels maar met dezelfde vormgeving en muziek. Als je niet zeker weet of het iets voor je is raad ik je dus aan om eerst de gratis versie te proberen.

Het doel van het spel is simpel. Je bent een natuurkundige, en je moet elementaire deeltjes ontdekken. Dit doe je echter niet door experimenten uit te voeren - nee, je stapt rechtstreeks de deeltjesversneller in, waarin je snelheid op moet bouwen door over blauwe platformen te rennen. Met die snelheid botsen deeltjes vervolgens op elkaar, waardoor nieuwe deeltjes kunnen worden ontdekt. Op 100% heb je voldoende snelheid opgebouwd voor zo'n botsing en ontdek je dus een nieuw deeltje. Boson X is een "runner-platformer", wat inhoudt dat je personage automatisch rent. Het enige waar je als speler controle over hebt is het springen - zowel hoe ver je springt als welke kant op (links, rechts, vooruit).

Het zal ongetwijfeld niet iedereen aanspreken, maar ik hou wel van dit soort spellen. De vormgeving is minimalistisch maar perfect voor een spel als dit (want lekker overzichtelijk), de elektronische muziek is niet bijzonder maar wel passend en de gameplay is eenvoudig maar uitdagend en verslavend. De speelduur is niet zo lang (5 uur volgens Steam), maar ik vond het de prijs (3 euro) zeker waard. 3.5*

Braid (2008)

Alternatieve titel: Braid: Anniversary Edition

3,0
Een solide puzzelspel dat echter iets te pompeus is voor mijn smaak.

Braid is een puzzelspel waarin je tijd op verschillende manieren moet manipuleren om puzzelstukjes te verkrijgen (en de manier waarop je tijd kan manipuleren verschilt per wereld, waarvan er zes zijn). Als je alle puzzelstukjes verzameld hebt kun je een puzzel in elkaar flansen, die een aspect van het hoofd-personage (Tim) verbeeldt. De puzzels zijn af en toe zeer inventief, en hoewel ik geen grote liefhebber ben van puzzels heb ik me er best goed mee weten te vermaken. En het ontwerp van de puzzels is ook prima, want ik heb YouTube amper hoeven te raadplegen (wel twee keer in wereld 6, maar toen begon ik het spel beu te raken). De visuele stijl is wel oké, maar buiten de opening wordt het nooit echt sfeervol.

Braid is dus een prima puzzelspel. Maar hoewel ik de sfeer aanvankelijk wel kon pruimen ging het na een tijdje enigszins op mijn zenuwen werken. Klassieke muziek is niet mijn favoriete muziekgenre, en als er dan ook nog een tintje jazz doorheen wordt gegoten krijg je geen sfeer waar ik me prettig bij voel. En naast de sfeer sprak ook de inhoud van het spel mij niet aan. Zoals ik hierboven al aangaf: Braid is een zeer pretentieus spel, in de zin dat het zeer duidelijk ambieert om "meer" te zijn dan vermaak. Dat is op zich prima, maar dan moet de inhoud me wel aanspreken, en dat deed het niet. Ik hou niet van metaforen, en daar zit het spel boordevol mee. En als je op het einde dan ook nog een maffe twist introduceert waardoor het hele verhaal een metafoor blijkt te zijn voor iets anders ben je mij kwijt.

Ik vind Braid zeker geen slecht spel, maar ik heb niet voor niets gewacht tot het bij Steam in de uitverkoop was voordat ik het heb aangeschaft: de puzzels zijn best leuk, maar puzzelen zal nooit helemaal mijn ding worden omdat het in vergelijking met meer actierijke spellen simpelweg weinig intens is, de sfeer en vormgeving zijn oké maar niet helemaal mijn ding en de inhoud is te "zweverig" voor mijn smaak. 3*

Bug Butcher, The (2015)

4,0
De wederopstanding van het verticale.

Oké, oké, spreken over een wederopstanding is een beetje overdreven. Maar na Downwell is dit al het tweede spel uit 2015 dat zeer verticale gameplay heeft. The Bug Butcher is een arcade shooter, in de lijn van Metal Slug, maar waar in reguliere run and gun games vijanden vooral horizontaal op je af komen, komen in The Bug Butcher alle vijanden uit de lucht. En net als in Downwell voelt die verticale gameplay erg fris aan: minder voorspelbaar, lekker hectisch en snel en nog behoorlijk uitdagend ook (in ieder geval als je ieder level met drie sterren wil halen). De cartooneske vormgeving ziet er bovendien fantastisch uit: komisch, opgewekt, creatief en ook nog eens overzichtelijk. En de energieke soundtrack is passend.

Alles bij elkaar heeft The Bug Butcher mijn verwachtingen zonder twijfel overtreffen, net als Downwell dat eerder deed. De verticale gameplay voelt fris, en het ziet er nog goed uit ook. Liefhebbers van run and gun games kan ik dit dus zeker aanraden. Het beviel me zelfs beter dan de Metal Slug spellen. Een dikke 4*.