Nog nooit een game gespeeld die zo erg voelde als een crossover, zonder daadwerkelijk een crossover te zijn.
Het gaafste deel van de originele trilogie. Het gebruikt wat werkte in zijn voorgangers, verwijderd aspecten die slecht waren en verbeterd dingen die potentie hadden. Bv: in deel 2 werd “Onimusha Mode” geïntroduceerd: een transformatie waardoor je tijdelijk onsterfelijk wordt. Onimusha Mode werd echter direct geactiveerd wanneer de meter vol was (wat vaak gebeurde terwijl er geen vijanden waren, of alleen zwakke vijanden), waardoor het niet een handige functie was. In Demon Siege kun je Onimusha Mode activeren wanneer je zelf wilt (ik bewaarde het vaak voor boss battles) waardoor het aanzienlijk nuttiger werkt. Een probleem waar de vorige delen mee worstelde was dat de camera soms op ongunstige posities zat, maar deze hinder komt weinig meer voor in Demon Siege. De camera volgt je vaak en de vechtzones zijn overzichtelijk.
Leon: The Professional is één van mijn favorieten films en het is een aangename verrassing om Jean Reno in een videogame te zien. Het is alsof Onimusha een crossover heeft met een actie-shooter, zo bizar is de mix van deze werelden, maar het personage Jacques is geheel bedacht voor Demon Siege. Het verhaal is good ol popcornfilm onzin waarbij het leuk is om Jean op demonen te zien schieten, of met de vuisten samurais te zien stompen.
Dit deel introduceert qua gameplay wat nieuwe snufjes die allen fijn werken: een nieuw personage dat gebruikt maakt van lange zweep-achtige wapens, waardoor hij standaard een groter bereik heeft en daarmee beter is opgewassen is tegen omringt worden. Er is nu een “training” mode, waarbij je leert hoe verschillende technieken werken. Deze training was een fijne toevoeging die de speler aanmoedigt om alle moves te proberen om te zien wat bevalt (al zijn sommige technieken veel te moeilijk om consistent te gebruiken).
Onder andere de counteraanvallen waren heel handig: door op de laatste frame te blokkeren, of op de eerste frame van de vijands aanval zelf een aanval te doen, word er een rappe genadeklap uitgevoerd. Deze genadeklap dood de meeste vijanden in 1 hit en zelfs bij bosses doet het uitzonderlijk veel schade. Klinkt overpowered, maar in de praktijk valt het reuze mee. De timing is pietje precies en ik kon, zelfs met mijn Sekiro parry-ervaring, nooit de timing beheersen. Dit was juist een fijne handicap: counter aanvallen uitvoeren loonde als het lukte, maar waren zo lastig om te doen dat het niet een overheersende move werd.
Deels van de het verhaal speelt zich af in de toekomst, deels in het verleden. Hier worden leuke puzzels mee bedacht, zoals belangrijke items vinden in het heden die je vervolgens naar het verleden moet sturen. Of dat je bepaalde dingen in het verleden in werking moet zetten die vervolgens in de toekomst gebruikt kunnen worden. Qua puzzels waren dit de gaafste momenten en in deed ze met veel plezier.
Ondanks al het positieve heeft dit deel ook last van eentonigheid en uitgerektheid. Rond de laatste 3e bleven dezelfde enemies zich te vaak herhalen, te veel heen en weer rennen, waardoor het enthousiasme niet meer rond de 4* zat. Er had van mij 1 a 2 uur af gemogen. Met name de schietstukken met die vrouw voelde vaak als onnodige backtracking.
Het verhaal is geinig popcorn vermaak, maar er zijn zoveel cutscenes dat op den duur de lol er wel vanaf ging. Op gegeven moment wilde ik gewoon spelen zonder regelmatig onderbroken te worden, maar dit kon niet omdat de cutscenes nog steeds niet overgeslagen kunnen worden. Niet een meesterwerk waarover ik zal zeggen dat je iets groots mist als je het nooit probeert, maar het houd 20 jaar later nog goed stand en ik heb me er goed mee vermaakt.
3,5/4*