De tweede grote metroidvania van 2021.
2021 had (wat publieke waardering betreft, en mijns inziens ook wat betreft kwaliteit) twee grote metroidvanias: Ender Lilies en Death's Door. Beide spellen hebben een vergelijkbare score op metacritic (86 vs 85) en scoren (na respectievelijk 14000 en bijna 8000 recensies) zeer positief op Steam. En ook wat betreft gameplay hebben de twee spellen een hoop gemeen: in beide spellen ligt de focus vooral op combat, met indrukwekkende bazen als hoogtepunt, en exploratie. Maar waar je Death's Door regelmatig terugzag in de eindlijstjes kwam ik Ender Lilies vrijwel nergens tegen, en hier had het (voor mijn stem) zelfs nog geen enkele stem. Dus ik zal jullie bij deze proberen te overtuigen om dit spel toch een kans te geven.
Ender Lilies is namelijk gewoon een zeer solide metroidvania. Nee, het is niet bijzonder innovatief: het is het zoveelste spel in de trant van Hollow Knight: een “souls-like” waarin je van save point naar save point moet reizen met een beperkte hoeveelheid health potions, terwijl talloze vijanden je het leven zuur proberen te maken, met aan het eind van ieder gebied een baas. Je hebt alle klassieke vaardigheden – de dash waarmee je aanvallen kan vermijden, de double jump, de parry – en ook een aantal klassiekers van soulslikes (zoals een stamina-bar bij vijanden) zie je hier terug. Heel origineel is het spel dus niet. Maar toch: het speelt gewoon erg fijn. De vijanden zijn over het algemeen bevredigend om te verslaan, en de moeilijkheidsgraad is tough but fair: vooral de bazen kunnen some behoorlijk taai zijn, maar als je doodgaat is dat je eigen schuld, en als je na een aantal pogingen de patronen kent is het meestal een plezier om tegen ze te vechten.
Daarnaast geeft Ender Lilies je een hoop vrijheid om het spel op je eigen manier te spelen: door bazen en mini-bazen te verslaan speel je namelijk “spirits” vrij, die je unieke aanvallen geven (sommige stellen je bijvoorbeeld in staat om van een afstand aan te vallen, andere geven je een trage aanval die meer schade doet, of een flinke hap neemt uit de stamina-bar van vijanden, en weer andere geven je een AOE aanval – in totaal kun je er overigens zes toewijzen, in twee sets van drie waartussen je kan wisselen); en je kunt ook “relics” vinden die je verschillende soorten buffs geven (een extra health potion, meer damage, meer snelheid, etc). Dat maakt het spel behoorlijk flexibel en gevarieerd voor een metroidvania, en maakt bazen en nieuwe gebieden in zekere mate tot een puzzel waarbij je de juiste combinatie van spirits en relics moet kiezen om de meeste kans tegen ze te maken, afhankelijk van hun zwakke plekken.
En ook de wereld van Ender Lilies is best sterk. Nee, het verhaal – over een meisje dat de wereld moet redden van een soort duistere kracht (“blight”) die de wereld overneemt – is niet erg bijzonder, en hoewel de duistere stijl degelijk is kan het zich zeker niet meten met de grote namen in dit genre (Hollow Knight, Ori, Blasphemous, etc). Maar de soundtrack (pianomuziek en lichte ambient in de trant van Celeste) zet de toon van het spel uitstekend, wat de sfeer toch best memorabel maakt, en de wereld gewoon leuk om op je gemak te verkennen. En wat dat verkennen betreft: in dat opzicht is Ender Lilies echt een spel dat je tijd respecteert. Je kan niet alleen tussen ieder save point gebruik maken van fast travel, maar ook op ieder moment – zonder enige voortgang te verliezen – terugkeren naar je laatste save point; en op je kaart kan je meteen zien of je alles in een bepaalde ruimte hebt gevonden (zo ja, dan kleurt het oranje; zo nee, dan is het blauw), waardoor je nooit blind hoeft te zoeken. Erg makkelijk, en in vergelijking met Death's Door (waarbij je geen kaart had en heel veel moest backtracken om alles te kunnen vinden) een verademing.
Doet Ender Lilies ook sommige dingen verkeerd? Jazeker. Naast het eerder genoemde gebrek aan originaliteit en andere aspecten waarin het echt uitblinkt ten opzichte van andere metroidvanias, maakt het spel haar potentieel mijns inziens gewoon niet helemaal waar: hoewel je in het spel een hoop vaardigheden vrijspeelt (nieuwe spirits, maar ook andere nieuwe vaardigheden) word je zelden gedwongen om ze op een creatieve manier te gebruiken. Geheimen bestaan vaak in “gebruik vaardigheid x om voorbij obstakel y te komen”, zonder dat je verder echt uitgedaagd wordt of tot nadenken wordt gedwongen, en de straffen voor falen bij platformpuzzels zijn zo minimaal (je valt in het water, maar je kan zwemmen; je valt naar beneden maar loopt geen valschade op) en de puzzels zelf zo makkelijk (als je eenmaal de juiste vaardigheden hebt ben je er zo doorheen) dat er maar een paar waren waar ik meer dan een handvol pogingen voor nodig had. De focus ligt echt op combat, en daardoor zijn andere aspecten van de gameplay (platformen, puzzels, exploratie) helaas weinig memorabel. En de combat zelf varieert overigens ook in kwaliteit: zo maken ranged attacks sommige (in theorie taaie) vijanden triviaal en hadden de combinaties en placement van vijanden soms wel wat creatiever gemogen (nu is doorgaans weinig strategie vereist); en hoewel ieder gebied unieke vijanden heeft lijken ze vaak behoorlijk veel op elkaar, dus heel veel varatie is er niet.
Een echte hoogschieter is Ender Lilies kortom net niet: daarvoor is het niet origineel en creatief genoeg, en blinkt het (in zowel haar stijl als gameplay) te weinig uit ten opzichte van haar rivalen. Maar verder is het een zeer solide metroidvania die de titel van “de tweede grote metroidvania van 2021” zeker verdient: de combat is gevarieerd en flexibel, de moeilijkheidsgraad aantrekkelijk, de sfeer aangenaam en de exploratie zeer toegankelijk voor een spel in dit genre. Zeker de moeite waard voor fans van het genre dus. 4*