Oude Observator
Strategy games waren onontgonnen terrein voor mij. De hoofdoorzaak ligt waarschijnlijk in het feit dat ik nooit een pc-gamer geweest ben, toch bij uitstek de gamewereld waarin strategy games goed gedijen. Age of Empires (deel 1 t.e.m. 3) is de enige reeks die ik uitvoerig op pc gespeeld heb. AOE is dan ook het enige dat ik vanuit mijn eigen ervaringen enigszins met Dawn of Man kan vergelijken. Met de nadruk op ‘enigszins’, want Dawn of Man introduceerde me in een genre dat ik eigenlijk nog niet kende.
Achteraf bekeken schrik ik er van hoeveel uren ik in deze game gestoken heb. Slechts één campagne, maar liefst 35 uren vooraleer ik besliste dat het welletjes geweest was. Dawn of Man heeft een gezapig tempo (ook al kan je de gamesnelheid aanpassen indien gewenst) maar dat is niet de hoofdoorzaak waarom ik zo lang gedaan heb over één campagne. Ik heb er namelijk werkelijk van genoten om mijn tijd te nemen. Om mijn beschaving uit te bouwen, een goed draaiende economie op poten te krijgen, er voor te zorgen dat ik controle krijg over mijn directe omgeving.
Je start in het paleolithicum en kan - indien gewenst - jouw samenleving langzaam maar gestaag naar het ijzeren tijdperk laten toewerken. Iedere sprong voorwaarts voelde merkwaardig genoeg niet zozeer als een verbetering aan, omdat ieder tijdperk en iedere uitbreiding van mogelijkheden nieuwe problemen met zich meebrengt. Eigenlijk was de beginfase nog het meest ontspannend, wat bij mij meteen de gedachte opwierp dat Marshall Sahlins een punt had toen hij de jager-verzamelaars de ware “affluent society” noemde.
De wereld waarin je rondwaart voelt levend aan. De seizoenen wisselen af, kuddes trekken rond, sommige diersoorten sterven uit, bomen groeien, stormen razen over het landschap, mensen sterven, mensen worden geboren, … dit alles hield me heel de tijd aan de game gekluisterd. Over seizoenen gesproken: ieder seizoen heeft zijn karakter en eigen uitdagingen maar eigenlijk staat alles - en niet geheel onlogisch - in het teken van de voorbereiding op de barre winters. Een hongersnood - onder de mensen of het vee - loert altijd om het hoekje. Zo ook de uitbraak van ziektes. Boeiend spelletje.
Als afsluiter enkele herinneringen voor het nageslacht:
- Mijn eerste jachtpartij eindigde in een drama, ik was met de enkele mensen die tot jagen in staat waren de wildernis ingetrokken. Eindelijk velde ik een reuzenhert, maar nog voordat ik het vlees kon versnijden verjoegen enkele holenleeuwen me en ik moest van op een afstandje toekijken hoe ze zich tegoed deden aan het kadaver - DE PIJN.
- De bouw van mijn eerste menhir (ik ben altijd grote fan geweest van Asterix en Obelix).
- De aanval van een rivaliserende gemeenschap tijdens de herfst die twee mokerslagen uitdeelde. Ten eerste werd mijn bevolking gedecimeerd. Dit was mijn eigen brute schuld, ik had te weinig geïnvesteerd in wapenontwikkeling en had bedenkelijke strategische keuzes gemaakt. Een bloedbad was het gevolg.
Ten tweede het feit dat deze aanval tijdens de herfst plaatsvond en ik bijgevolg nauwelijks had kunnen oogsten - wat tijdens de winter een sterftegolf onder mijn vee veroorzaakte. Wees gerustgesteld: ik heb uiteindelijk de situatie weer kunnen stabiliseren.
Heerlijke game, eentje die me meer plezier opgeleverd heeft dan ik op voorhand verwachtte. Aanrader dus, zeker voor mensen met een fascinatie voor de prehistorie en de geschiedenis van de ontwikkeling van de menselijke beschaving.