Kort geleden met veel plezier Limbo doorlopen, maar met Inside heeft Playdead dat spel op alle fronten overtroffen. Hier geen zwarte humor maar een verstikkend donkere sfeer, die net als de betere horrorfilm enorm onder je huid gaat zitten – in tegenstelling tot Limbo is doodgaan in Inside geen enkele keer grappig, maar altijd afschuwelijk. Gelukkig gebeurt het minder, dankzij puzzels en uitdagingen die vergeleken met Limbo duidelijker voorgesteld worden en logischer, meer voor de hand liggende oplossingen vragen.
Inside legt net als Limbo bijna niets uit, maar reikt veel meer aan om je gedachten op los te laten. Het is duidelijk dat je een onderzoekscomplex infiltreert, maar wie je bent en waarom je dat doet wordt grotendeels in het midden gelaten, om over de bizarre gebeurtenissen aan het einde nog maar te zwijgen. Tijdens mijn tweede playthrough voelde het als een soort omgekeerde reis,
waarbij je de fabrieksklare zombies stapsgewijs teruggebracht ziet tot voorlopers met alleen maar de contouren van hun uiteindelijke vorm, en je tenslotte de tank, waar de wetenschappers hun lichaamsdelen vandaan lijken te halen, onschadelijk maakt. Maar ik moet zeggen dat er veel interessantere interpretaties zijn, onder andere besproken in
deze podcast (door ontwikkelaars van Firewatch - vanaf 14:24).
Hoewel dit spel op veel fronten tot het beste behoort wat ik in computerspellen heb gezien, zijn er twee kritiekpunten. Het eerste is het ritme: waar je in de meeste verhalen met een duidelijk begin en eind wel weet waar je je op een bepaald moment bevindt (vaak intuïtief, soms omdat bijvoorbeeld een boek nog maar drie hoofdstukken heeft), had ik in Inside geen idee van m’n vorderingen. Omdat je zo weinig informatie krijgt kan iedere nieuwe omgeving het einde van het spel betekenen, maar kun je ook net zo goed nog uren te gaan hebben. Dat speelt niet lekker. Tenslotte het einde. Het is gedurfd, spectaculair, technisch ontzettend knap, maar emotioneel deed het me niet veel. Voor een spel waarbij ik van begin tot eind op het puntje van m’n stoel zat toch een kleine teleurstelling. 4*