Na Inquisition en de eerste twee DLC gespeeld te hebben, en deze als leuk tijdverdrijf ervaren te hebben maar niet veel meer dan dat, is Trespasser een beetje als donderslag bij heldere hemel gekomen. Verhaaltechnisch gezien heeft Dragon Age het namelijk zowaar voor elkaar gekregen om mij van begin tot eind te boeien. De vlag kan uit!
In Trespasser - dat zich twee jaar na de gebeurtenissen van het hoofdspel afspeelt - komen we meer te weten over een teamgenoot van de Inquisition dat ons aan het einde van het spel plotseling verlaat. In die twee jaar heeft dit teamgenoot het aan de stok gekregen met een berucht krijgsvolk, waardoor de Inquistion meegesleurd wordt in een conflict waar wij niks van afweten, laat staan betrokken bij zijn. Naar mate het verhaal vordert, vinden er onthullingen plaats die verregaande gevolgen hebben voor Thedas en die de toon zetten voor Dragon Age 4.
Daartegenover staat, helaas, dat Trespasser verzaakt in precies datgene wat Inquisition en Jaws of Hakkon juist zo goed deden: het verkenningsgevoel met grote, gevarieerde omgevingen. Op dat gebied is Trespasser namelijk onkarakteristiek linear. Meer dan normaal loop je door veredelde gangen en is er nauwelijks ruimte om naar hartenlust te verkennen, vooral richting het einde.
Dat gezegd hebbende heeft het mij verhaaltechnisch toch behoorlijk enthousiast gemaakt voor het vervolg, waardoor ik wat makkelijker over deze minpunten heen kan kijken. Dit jaar is waarlijk het jaar van Dragon Age voor mij gebleken, waarin ik - verspreid over de drie games en de daarbij behorende expansions en DLC - zo'n 200 uur in Thedas geploeterd heb. En met Trespasser eindigt dit Dragon Age jaar, zoals de Engelsen mooi zeggen, op een hoge noot.