Het is intussen héél wat jaren geleden dat ik The Witcher III: The Wild Hunt voor het laatst speelde, maar een berichtje typen - bij notabene mijn absolute favoriete game aller tijden - is er nooit van gekomen. In totaal (over 2 playthroughs heen) heb ik zo'n 220+ uur in deze wereld gespendeerd en de platinum gehaald, dus al die jaren later (we spreken nu over 2016/2017) zit de game eigenlijk nog verrassend vers in mijn geheugen. Er is sindsdien geen enkel spel meer geweest dat eenzelfde gevoel bij mij wist los te wekken als The Witcher III: wat is dit spel in z'n totaliteit toch zo ontzettend, ontzettend briljant.
Gameplay, graphics, het combat-systeem, de personages, de muziek, de kwaliteit van het verhaal en het schrijfwerk, de morele ambiguïteit in de keuzes, de ontzettend interessante quests (zowel het hoofdverhaal, maar ook vooral de vele, vélé side quests, monster-contracten, random encounters): overal is moeite ingestopt, in de meest onzinnige kleine quest, en dat is héél knap voor een game van zo'n enorme omvang. En het loont ook daadwerkelijk zo hard om van het gebaande pad af te wijken, en deze wijde, open wereld van hoekje tot hoekje te verkennen. De wereld is gigantisch, maar voelt absoluut niet leeg aan; integendeel, deze wereld lééft kei hard. Als je eens even stil staat in een dorpje is het zelfs heel vermakelijk om naar de conversaties van de npc's te luisteren, of om ze eens te volgen in hun dagdagelijkse gangetje. Zelfs hier is energie in gestopt, om deze wereld levend te doen overkomen. En met veel succes. Elke regio heeft wel iets; White Orchard is de nostalgische start-regio: relatief klein, maar wel al meteen heel sfeervol (die muziek deed me altijd heel emotioneel worden, als je daar in late-game of na het afronden van het spel terugkeert), Velen is het duistere, moerassige, verlaten oorlogsgebied vol dichtbeboste regio's en kleine dorpjes, de steden (Oxenfurt en Novigrad) voelen als échte geloofwaardige (smerige) steden aan, vol ratten, criminelen, gure steegjes, drukke tavernes; de Skellige Islands zijn dan weer heel ruimtelijk en open, met veel open lucht, bergen, riviertjes en water (niet voor niets heel Scandinavisch-geïnspireerd, uiteraard) Kaer Morgen is groots en oud en mythisch, en ga zo maar door. En elke regio is dan ook nog eens 'intern' heel veelzijdig. Zelfs na 200 uur kon ik geen genoeg krijgen van deze wereld. Ik ben nooit een sfeervollere open wereld tegengekomen hierna. Dat komt ook vooral door de prachtige muziek. Die heb ik de jaren nadien vaak nog geluisterd terwijl ik studeerde bijvoorbeeld; super kalmerend, mooi, emotioneel. Kijk, ik kan er over bezig blijven.
De wereld zit zo vol met interessante dingen om te doen, en bevat zoveel zijlijntjes die het waard zijn om te volgen, dat je gedurende een groot deel van de eerste akte niet heel veel 'drive' hebt om de main quest snel door te spelen. Dat is geenszins een nadeel. Maar op een gegeven moment begin je daar ook wel redelijk momentum te voelen, en vanaf een bepaald stuk in de game is het eigenlijk moeilijk om nog iets anders te doen dan in sneltreinvaart het hoofdverhaal uitspelen. Voor mij - en waarschijnlijk voor veel spelers, aangezien dat wel echt een kantelpunt in de game is - was dat na Skellige en de terugkeer naar Kaer Morhen. Die Battle of Kaer Morhen-sequentie staat al die jaren later nog steeds op m'n netvlies gebrand: wat een indrukwekkend lang stuk is dat elke keer. Of die ene missie waar je van unieke wereld naar unieke wereld springt. De drie grote boss battles met de Wild Hunt zijn niet de tofste of meest memorabele/originele stukken van het spel, maar ze zijn stuk voor stuk wel degelijk uitgewerkt. Op death march zijn ze relatief uitdagend, maar op zich valt het qua moeilijkheidsgraad allemaal wel heel goed mee, zélfs op Death March. Ik zou me zelfs absoluut geen andere manier kunnen indenken om dit spel te spelen. Death March doet je echt het spel spelen zoals het bedoeld was te spelen (zoals gebruikmaken van de verschillende potions, de zwakke punten van monsters onderzoeken en voorbereiden vooraleer je op monsterjacht vertrekt in een contract, etc.), zonder ooit onmogelijk of oneerlijk aan te voelen.
Nog 1 ding, en dan ga ik mijn nu al veel te lange lofzang stilletjes aan afronden: Gwent!! Leukste 'mini-game' ooit wat mij betreft, en de uren die ik binnen dit spel aan Gwent op gespendeerd, zijn echt niet te tellen. Heerlijk om de wereld af te struinen op Gwent-spelers en alle kaarten te proberen winnen. Echt heerlijk verslavend. Ik heb de aparte ''Gwent-game'' ook wel eens gespeeld, maar dat is toch helaas niet hetzelfde. De versie in The Witcher III is echt ultiem.
Ik ga stilletjes aan afronden, want ik kan bezig blijven. Werkelijk mijn all-time Favorite game, en ik zie dat niet snel (of ooit) veranderen eerlijk gezegd. Daar is er nu intussen ook echt teveel (jeugd)sentiment bij mee gemoeid. Deze game (én de 2 perfecte DLC's) staat/staan gebrand op mijn nummer 1, en hoewel ik denk ik wel echt alles uit het spel heb gehaald dat er uit te halen viel, zie ik mezelf dit ooit nog wel eens opnieuw opzetten. Dit is echt Kunst.
Een dikkere 5* is er niet.